De hoofdpersoon in Auke Hulsts nieuwe roman is de wereld die Archipel heet. Dat heeft gevolgen.
Hoe vaak komt het voor dat een literaire roman een topografische kaart bevat van de daarin uitgebeelde wereld? Dat zie je eerder bij fantasy, bij schrijvers als Tolkien of George R.R. Martin (Game of Thrones) die hele wereldrijken verzinnen waarin Goed en Kwaad elkaar naar de strot vliegen. Het aardige is dat op de twee binnenflappen van Auke Hulsts nieuwe roman Slaap zacht, Johnny Idaho een kaart prijkt die erg vertrouwd aandoet. Het heeft bij een eerste, vluchtige blik veel van het stratenplan van Manhattan. Alleen bestaat Hulsts kaart uit vier zones gescheiden door water. Tezamen vormen ze een eilandenrijk in de Stille Zee, genaamd Archipel. Gemeten naar omvang is ‘Downside’ het grootst, daar huizen de sloebers, de minvermogenden – in bovenbazenjargon. Het kleinste eiland heet ‘Midlevel’, daar woont de middenklasse. Dan is er nog een groot eiland geheten ‘Upside’, voor de rijkaards. Een bijna geheel groen eiland, met summiere wegen en gebouwen, is genaamd ‘Executive’, daar genieten de superrijken van het goede leven.
Voor de goede orde: deze inhoudelijke informatie staat niet op de kaart, die haal ik uit Hulsts roman. Wel had ik een en ander kunnen opmaken uit de namen van pleinen, parken en stations, die ondermeer vernoemd zijn naar Rothschild, Zuckerberg, Milton Friedman, Friedrich Hayek, Pinochet en ónze lachgrage Gerrit Zalm. De maatschappijkritiek giert je bij Hulst dus al tegemoet voordat de eerste bladzij gelezen is. En ja, de Archipel is gesticht door een conglomeraat van multinationals, die in de nabije toekomst waarin Slaap zacht, Johnny Idaho speelt, meer de dienst uitmaken dan staten.
Voor de goede orde: deze inhoudelijke informatie staat niet op de kaart, die haal ik uit Hulsts roman. Wel had ik een en ander kunnen opmaken uit de namen van pleinen, parken en stations, die ondermeer vernoemd zijn naar Rothschild, Zuckerberg, Milton Friedman, Friedrich Hayek, Pinochet en ónze lachgrage Gerrit Zalm. De maatschappijkritiek giert je bij Hulst dus al tegemoet voordat de eerste bladzij gelezen is. En ja, de Archipel is gesticht door een conglomeraat van multinationals, die in de nabije toekomst waarin Slaap zacht, Johnny Idaho speelt, meer de dienst uitmaken dan staten.
Een geheel eigen wereld
Toch raakte ik vertederd door die kaart, omdat het iets jongensachtigs heeft om te fröbelen met oude kaarten en atlassen, om de wereld aldus te herscheppen naar eigen inzichten. Datzelfde kleeft de stukken aan die Auke Hulst (1975) in NRC Handelsblad schrijft; hij put daarin uit een geheel eigen wereld, (terecht) onbelemmerd door de vraag of iets dat hem fascineert high of low culture is – zijn Fundgrube is meestal Amerikaans. Met groot enthousiasme en kennis van zaken kan hij bijvoorbeeld over science fiction schrijven, een genre dat hem in zoekende jaren mede heeft gevormd.
Dezelfde vertrouwdheid en vervreemding als bij de landkaart heeft de wereld die Hulst in zijn roman afschildert. Het is een futuristische wereld, maar geen onvoorstelbare. Goed, een van de drie hoofdpersonen draagt ‘weblenzen’ waarmee ze digitaal toegang heeft tot gegevens, maar anderen ook tot haar. Het ‘Oog’ houdt bij Hulst iedereen in de gaten, zoals Big Brother dat deed in George Orwells dystopie 1984. Zeker, er zit maatschappijkritiek in Hulsts toekomstschets, vooral met betrekking tot de belangen van de ongebreideld machtige megabedrijven, maar het geschetste toekomstbeeld bevat niet slechts akelige kenmerken. Fascinatie wint het bij hem, en leidt tot een dubbelzinnig portret van de nabije wereld van morgen. Waarom ook niet? Want hoe ver is zo’n hulstiaanse vinding als ‘weblenzen’ verwijderd van onze tijd waarin technologische vooruitgang de mogelijkheid tot privacy indamt? Denk maar aan Google Glass. De wereld die Hulst optrekt is onmiskenbaar nieuw, maar toch lees ik Slaap zacht, Johnny Idaho niet als pure science fiction. Het is eerder een uitvergrote spiegel van technologische vernieuwing die zich nu onafwendbaar aandient. En ook van de huidige popcultuur. Ergens hangt aan een muur een poster van de bij adolescenten gevierde kindertekenfilm Despicable Me, ik bedoel maar.
Slaap zacht, Johnny Idaho is een plotgedreven roman met drie hoofdpersonen, voor wie Hulst veel ruimte heeft uitgetrokken. De titelheld Johnny Idaho is een Amerikaanse tiener uit de Midwest, met Indiaans bloed. Halverwege de roman komen we erachter dat hij een aanslag door Al-Qaida op een gebouw in Denver heeft overleefd en wraakbehoefte drijft hem naar de Archipel. Officieel is dit zwaar verliteratuurde manneke dat almaar citeert en literair alludeert (Melville! Ahab!) niet meer in leven, want na de aanslag is hij gewist uit de databases dezer wereld. Dan hebben we nog de doodzieke Nederlandse CEO Willem Gerson, een vijftiger die de onderzoeksgroep van de Japanse biomedica Hatsu Hamada (de derde hoofdpersoon) financiert. De erotomane Hatsu moet een medicijn ontwikkelen tegen sterfelijkheid. Allemaal leuk en aardig bedacht, maar de eigenlijke hoofdpersoon in Hulsts roman is de wereld die Archipel heet. Dat heeft gevolgen.
Kunstige metaforen
Hulst is zo bezig geweest met het ontwerpen, het firmament en de aankleding daarvan dat de hoofdpersonen ondergeschikt raakten aan de compositie, die Hulsts nieuwe wereld moet stutten. Zijn eerdere romans wekten niet de indruk ontstaan te zijn via een schema, zoals ook zijn eerdere personages niet voor de voeten werden gelopen met een plot. Maar ook de taal vormt hier een hindernis om je te laten meeslepen door zijn personages.
Toch raakte ik vertederd door die kaart, omdat het iets jongensachtigs heeft om te fröbelen met oude kaarten en atlassen, om de wereld aldus te herscheppen naar eigen inzichten. Datzelfde kleeft de stukken aan die Auke Hulst (1975) in NRC Handelsblad schrijft; hij put daarin uit een geheel eigen wereld, (terecht) onbelemmerd door de vraag of iets dat hem fascineert high of low culture is – zijn Fundgrube is meestal Amerikaans. Met groot enthousiasme en kennis van zaken kan hij bijvoorbeeld over science fiction schrijven, een genre dat hem in zoekende jaren mede heeft gevormd.
Dezelfde vertrouwdheid en vervreemding als bij de landkaart heeft de wereld die Hulst in zijn roman afschildert. Het is een futuristische wereld, maar geen onvoorstelbare. Goed, een van de drie hoofdpersonen draagt ‘weblenzen’ waarmee ze digitaal toegang heeft tot gegevens, maar anderen ook tot haar. Het ‘Oog’ houdt bij Hulst iedereen in de gaten, zoals Big Brother dat deed in George Orwells dystopie 1984. Zeker, er zit maatschappijkritiek in Hulsts toekomstschets, vooral met betrekking tot de belangen van de ongebreideld machtige megabedrijven, maar het geschetste toekomstbeeld bevat niet slechts akelige kenmerken. Fascinatie wint het bij hem, en leidt tot een dubbelzinnig portret van de nabije wereld van morgen. Waarom ook niet? Want hoe ver is zo’n hulstiaanse vinding als ‘weblenzen’ verwijderd van onze tijd waarin technologische vooruitgang de mogelijkheid tot privacy indamt? Denk maar aan Google Glass. De wereld die Hulst optrekt is onmiskenbaar nieuw, maar toch lees ik Slaap zacht, Johnny Idaho niet als pure science fiction. Het is eerder een uitvergrote spiegel van technologische vernieuwing die zich nu onafwendbaar aandient. En ook van de huidige popcultuur. Ergens hangt aan een muur een poster van de bij adolescenten gevierde kindertekenfilm Despicable Me, ik bedoel maar.
Slaap zacht, Johnny Idaho is een plotgedreven roman met drie hoofdpersonen, voor wie Hulst veel ruimte heeft uitgetrokken. De titelheld Johnny Idaho is een Amerikaanse tiener uit de Midwest, met Indiaans bloed. Halverwege de roman komen we erachter dat hij een aanslag door Al-Qaida op een gebouw in Denver heeft overleefd en wraakbehoefte drijft hem naar de Archipel. Officieel is dit zwaar verliteratuurde manneke dat almaar citeert en literair alludeert (Melville! Ahab!) niet meer in leven, want na de aanslag is hij gewist uit de databases dezer wereld. Dan hebben we nog de doodzieke Nederlandse CEO Willem Gerson, een vijftiger die de onderzoeksgroep van de Japanse biomedica Hatsu Hamada (de derde hoofdpersoon) financiert. De erotomane Hatsu moet een medicijn ontwikkelen tegen sterfelijkheid. Allemaal leuk en aardig bedacht, maar de eigenlijke hoofdpersoon in Hulsts roman is de wereld die Archipel heet. Dat heeft gevolgen.
Kunstige metaforen
Hulst is zo bezig geweest met het ontwerpen, het firmament en de aankleding daarvan dat de hoofdpersonen ondergeschikt raakten aan de compositie, die Hulsts nieuwe wereld moet stutten. Zijn eerdere romans wekten niet de indruk ontstaan te zijn via een schema, zoals ook zijn eerdere personages niet voor de voeten werden gelopen met een plot. Maar ook de taal vormt hier een hindernis om je te laten meeslepen door zijn personages.
Hulst kan schrijven, laat daarover geen misverstand bestaan. Maar regelmatig gebruikt hij termen of kunstige metaforen (bijvoorbeeld ‘wormlijn’ voor metro) die niet de belevingswereld van een personage verhevigen, maar die daar juist van afleiden en nadrukkelijk wijzen op het futuristische decor: de wereld van Archipel. Het decor wordt zo de eigenlijke hoofdpersoon. Bovendien is het effect van die aldus ingezette taal dat Slaap zacht, Johnny Idaho voor de lezer te weinig ademt, te gecondenseerd aandoet. Dat zou naar Hulsts bedoeling kunnen zijn, want dat effect is iconisch voor een wereld zonder privacy, waarin altijd rekening moet worden gehouden met het Oog, een onveilige, drukke wereld die noopt tot ononderbroken concentratie en haaks staat op rust.
Maar toch. Mijn ongemak met veel literatuur waarin de toekomst wordt geschetst is dat de nadruk daarin op technologie en wetenschap nogal eens ten koste gaat van de psychologie, waardoor de vraag rijst waarom gekozen is voor de romanvorm en niet voor bijvoorbeeld een essay, waarin de ideeënrijkdom over de toekomst nog beter kan flonkeren. Alleen aandacht voor de menselijke maat in zo’n posthumane wereld rechtvaardigt de romanvorm. Hulst doet dat bij één personage uitstekend, de Japanse Hatsu. De anderen steken bleek (Gerson) of zelfs cerebraal (Johnny Idaho) bij haar af. Wat mij betreft had Hulst zijn krachtige, menselijke, al te menselijke personage Hatsu een mandaat moeten geven. Met alle ingrijpende gevolgen van dien voor de wereld waarin zij vertoeft, voor de romancompositie, voor het schema – voor al die factoren die haar literair vervoerende stem nu helaas zo beteugelen.''
Deze recensie is geschreven door Jeroen Vullings op http://www.vn.nl/Artikel-Literatuur/De-futuristische-nieuwe-wereld-van-Auke-Hulst.htm
Deze recensie is geschreven door Jeroen Vullings op http://www.vn.nl/Artikel-Literatuur/De-futuristische-nieuwe-wereld-van-Auke-Hulst.htm